Het jaar 2008 was er één van uitdagingen. Het vertrouwen in de economie op losse schroeven . De huizenmarkt stortte in en in 2008 bereikte de kreditcrisis zijn dieptepunt. Burgemeester Ton Heerts van de gemeente Apeldoorn en de mbo-ambassadeur 2024 en Aventus-student Niels Versteeg zijn het erover eens: het zijn de mbo’ers die deze economie voor een groot deel draaiende houden. En dat mag best een beetje zichtbaarder worden.
Ton: Wist je dat ik zelf ook met een vakopleiding ben gestart? In 1985 bij de marechaussee. Dat voelt als een hele stevige basis. Maar het mbo heeft echt mijn hart gestolen toen ik voorzitter was van de landelijke mbo-raad. Het zijn de vakmensen die de economie draaiende houden. Dat is altijd zo geweest. Hoewel de economie natuurlijk ook afhankelijk is van allerlei andere dingen. Kijk maar naar de kredietcrisis in 2008. Ik zat toen in de Tweede Kamer. De bankencrisis was een heftige tijd. Alles draaide om vertrouwen terugwinnen.
Niels: Ik was toen pas 7 jaar oud. Daar herinner ik me niet meer alles van natuurlijk. Maar ik weet nog wel goed dat mensen echt in paniek waren.
Ton: Als ik die periode vergelijk met nu, zie ik veel parallellen. We staan opnieuw voor grote uitdagingen, maar ook voor kansen. Het mbo speelt daarin een cruciale rol, bijvoorbeeld bij verduurzaming en digitalisering.
Niels: Dat klopt! We hebben die vakmensen echt nodig. Daarom ben ik zelf ook een mbo-opleiding gaan doen bij Aventus. Maar dat is niet waar ik mijn vervolgopleiding ben begonnen. Ik zat namelijk eerst op het hbo; ik volgde de opleiding commerciële economie. Maar ik kwam er na drie jaar achter dat het niets voor mij was. Ik haalde al mijn vakken, maar miste de passie. Mijn broer zat op het mbo Bouwkunde en was in zijn eerste jaar al bezig met het maken van toffe dingen. Toen dacht ik: dat wil ik ook! Bij Aventus Autotechniek kon ik eindelijk werken met mijn handen én mijn hoofd. Het is de beste keuze die ik ooit gemaakt heb.
Ton: Jouw vak is natuurlijk erg aan het veranderen de laatste tijd. Leer je dan ook veel over elektrische auto’s?
Niels: Ik leer het allebei nu. De ‘ouderwetse’ techniek, maar ook veel elektrotechniek.
Ton: Dat laat ook weer goed zien dat het mbo méér is dan alleen met je handen werken. Het draait niet alleen om praktijk, maar ook om theorie en innovatie. Wat jij doet, is vakmanschap combineren met moderne technologie.
Niels: Precies. En dat maakt het ook zo leuk, het past gewoon veel beter bij wat ik wíl leren. Ik haal er iedere dag nog voldoening uit.
Ton: Dat is ook echt de kracht van het mbo. Het is de ruggengraat van Nederland. Zonder mbo’ers staat alles stil: er rijden geen treinen, de zorg ligt stil, er worden geen huizen meer gebouwd.
Niels: Precies dat. Het mbo is echt overal, maar mensen realiseren het zich niet altijd. Daarom wilde ik ook graag mbo-ambassadeur worden. Ik wil ik het mbo zichtbaarder wil maken. Ik ben heel blij dat ik uiteindelijk ook ben gekozen als ambassadeur en daar mee bezig kan zijn.
Ton: Wat doe je precies als mbo-ambassadeur?
Niels: We zorgen met een landelijk panel dat het mbo op de kaart komt te staan. We willen laten zien hoe belangrijk dat onderwijs is. Daarom werken we nu bijvoorbeeld aan een landelijk keurmerk, zodat mensen straks op een broodverpakking of een autogarage zien: dit is mogelijk gemaakt door mbo’ers.
Ton: De Skills vakwedstrijden vind ik ook zo’n mooi voorbeeld van het mbo zichtbaarder maken. Daarin strijden studenten om de landelijke titel beste vakman of vakvrouw in hun vakgebied. Toen ik nog voorzitter van mbo-raad was, ben ik twee keer naar de World Skills geweest, waar de winnaars uit alle landen weer tegen elkaar strijden. Zo indrukwekkend wat je voor talent je dan allemaal ziet! Mag jij eigenlijk ook meedoen?
Niels: Vanuit mijn vakgebied doen er hele talentvolle studenten mee uit de klas. Echt een mooie manier om het beroepsonderwijs in de kijker te zetten, inderdaad.
Ton: Heel benieuwd hoe ver je klasgenoot gaat komen! Je ziet trouwens ook dat het mbo vaak geen eindstation is. Het biedt kansen voor iedereen, of je nu doorstroomt naar hbo of meteen de praktijk in gaat. Ik wil dat studenten ook echt kiezen voor wat ze gelukkig maakt. Dat ze zich niet verplicht voelen om een hbo-opleiding te volgen, omdat ze dat nu eenmaal kúnnen. Daarom vind ik het ook zo knap dat jij die overstap van het hbo naar het mbo hebt gemaakt. Jij volgt je passie, daar ga je ver mee komen.
Niels: Wat doet de gemeente Apeldoorn eigenlijk allemaal om het beroepsonderwijs te ondersteunen?
Ton: We investeren bijvoorbeeld in het NewTechPark, waar jongeren en volwassenen alles leren over de kansen die techniek te bieden hebben. Als gemeente werken we ook heel veel met studenten uit het beroepsonderwijs. Bijvoorbeeld als we evenementen organiseren, dan lopen er allerlei studenten rond die de hosting of security regelen en zo praktijkervaring opdoen.
Niels: Ik vind dat Aventus het ook goed doet als mbo-school. Dat merk ik bijvoorbeeld in de persoonlijke begeleiding die ik krijg. Je wordt echt uitgedaagd als student.
Ton: Hoe ervaar je dat?
Niels: Ik had bijvoorbeeld een klasgenoot die dreigde te stoppen omdat hij te weinig uitdaging had. De docenten gaven hem direct stof van een hoger jaar. Nu heeft hij er weer helemaal zin in. Dat soort dingen maakt Aventus echt bijzonder.
Ton: Dat herken ik. Aventus kijkt naar wat studenten nodig hebben, en dat werkt. De school staat in verbinding met de regio. Samen met gemeente, bedrijven en studenten bouwen we aan een sterke, toekomstbestendige samenleving.
