Waarschijnlijk weet je het nog wel: in 2002 namen we afscheid van onze vertrouwde gulden en gingen we met euro’s betalen. Best een overstap. Voor alle mensen die ineens geen rijksdaalders, kwartjes en dubbeltjes meer in hun portemonnee hadden, maar ook voor organisaties die hun hele boekhouding en betaalsystemen moesten omgooien.
Dat gold voor Aventus – dat toen drie jaar bestond – maar ook voor Gelre Ziekenhuizen. Hoofd financiën van Aventus Harold Bosgoed en Elze Bent, manager Leerhuis van Gelre Ziekenhuizen gaan met elkaar in gesprek over hoe ze als partners samenwerken en zo onder andere bijdragen aan een vitale regionale arbeidsmarkt.
Harold (H): Ik werk al 25 jaar bij Aventus, dus ook al toen in 2002 de euro werd ingevoerd. Hier startte ik als financieel medewerker en ben ik doorgegroeid naar Hoofd Financiën. Sinds vorig jaar ben ik ook Hoofd Inkoop. Heel leuk om dat beide te combineren.
Elze (E): Dat kan ik me voorstellen! Ik heb zelf bij verschillende ziekenhuizen gewerkt, maar inmiddels ben ik Bedrijfskundig Manager en manager bij het Leerhuis van Gelre Ziekenhuizen. Dat Leerhuis gaat over onderzoek, wetenschap, de bibliotheek, organisatieadvies én alle medische en verpleegkundige opleidingen.
Wist je dat ik mijn opleiding Verpleegkunde bij Aventus heb gevolgd? Rond de invoering van de euro heb ik besloten dat ik verpleegkundige wilde worden. Van die overstap van de gulden naar de euro kan ik me trouwens niet meer zoveel herinneren.
H: Ik wel hoor! Ik was toen natuurlijk ook al wat ouder dan jij. Maar ik weet nog goed dat het best spannend was, die verandering. We zijn zeker een half jaar bezig geweest met het omzetten van alle systemen. En we beheerden in die tijd onze eigen kantine met veel contant geld. Alle kassa’s moesten we vullen met nieuwe munten en briefjes.
E: Eigenlijk denk ik niet meer zo vaak terug aan de gulden. Jij wel nog?
H: Die gulden zit nog steeds in mijn hoofd. Ik reken zelfs nog steeds alles terug naar guldens. Daar ben ik nog een beetje ouderwets in.
E: Echt een andere tijd was dat toen. Ik denk wel met veel plezier terug aan mijn eigen opleiding bij Aventus. Ik deed daar de BBL-opleiding en op vrijdag moesten we naar school, dan gingen we lekker op de markt lunchen in onze pauze. Daar heb ik heel fijne herinneringen aan!
H: Toen zag Aventus er nog heel anders uit. We zijn in Apeldoorn pas in 2007 gecentraliseerd in één gebouw. Daarvoor hadden we nog allerlei kleine sublocaties. Dat had ook wel wat, die kleinschaligheid. Maar nu is het juist heel fijn dat we voor de Apeldoornse locaties zo veel mogelijk bij elkaar zitten, naast natuurlijk ook onze locaties in Deventer en Zutphen.
E: Ik was laatst inderdaad in jullie vestiging aan de Laan van de Mensenrechten in Apeldoorn: wat een mooi groot gebouw! In mijn tijd zat ik in een kleine locatie aan de Singel in Deventer. Maar leuk dat je nu bij ons in het ziekenhuis op bezoek bent!
H: Ik vind het interessant om het werkveld van dichtbij te zien. Dat zie ik niet iedere dag als ik gewoon aan het werk ben. Je merkt hier meteen hoe belangrijk samenwerking met onze partners in de regio is. Op heel veel vlakken; stages voor onze studenten, alumni die hier nu werken en ook als het gaat om onderzoek.
E: Klopt. Het is heel mooi hoe we bijvoorbeeld concreet samenwerken in practoraten. Zo loopt er nu een grote studie naar essentiële zorg bij verpleegkunde. Daarin gaan we terug naar de essentie van het beroep. Wat is er écht nodig? We concludeerden bijvoorbeeld dat infuuslijnen nu iedere drie dagen vervangen worden, maar dat dat ook prima na zeven dagen zou kunnen, als je ze altijd goed spoelt.
H: Dat zijn echt resultaten waar je een groot verschil mee kunt maken. Ook op financieel gebied, natuurlijk. Bijt dat elkaar, vind je: zorg en financiën?
E: Dat hoeft niet! Want voor dit soort onderzoek en innovatie moet je investeren. Zowel in mensen als in de gezondheidszorg zelf. Maar het moet natuurlijk wel betaalbaar blijven.
H: Dat herken ik wel vanuit het onderwijs en mijn eigen afdeling; kwaliteitsonderwijs bieden en blijven ontwikkelen, en het tegelijkertijd organiseer- en betaalbaar houden.
Een andere uitdaging op economisch vlak is landelijk, maar zeker ook in onze regio: het creëren en behouden van een aantrekkelijke en vitale arbeidsmarkt. Het wordt steeds lastiger om goede mensen te vinden. Hoe is dat bij jullie?
E: Dat herken ik enorm. Als we zo doorgaan, dan hebben we in 2030 al een heel groot tekort aan mensen in de zorg. Dat is best verontrustend, zeker met de huidige vergrijzing.
H: Jazeker. Ik ben zelf van de babyboomgeneratie. Als mijn leeftijdsgenoten allemaal met pensioen gaan, dan staan we voor een grote uitdaging met zijn allen. Zeker in de zorg. In onze samenwerking moeten we dus goed kijken hoe we blijven aansluiten bij de zorg van de toekomst?
E: Jazeker: samen blijven leren en ontwikkelen. De zorg innoveert en de opleidingen moeten daar goed op aansluiten. De zorg wordt natuurlijk ook steeds digitaler; de huidige en nieuwe generatie studenten is dat gelukkig ook.
H: Het is inderdaad heel belangrijk dat we met onze opleidingen goed meegaan met de tijd. Dat is gelukkig ook typisch Aventus; echt een lerende omgeving, zowel als collega's onderling als voor onze studenten en leerlingen. Als ik door de gang loop en al die studenten zie die met ons onderwijs straks de volgende stap kunnen maken, dan ben ik echt trots.
E: Klopt. Dat moeten we echt gezamenlijk doen als onderwijs en werkveld. Want tijden en dus banen veranderen en de behoeftes van de nieuwe generatie studenten ook. Ik vind het waardevol hoe we ieder vanuit onze eigen expertises samen werken aan de kansen van de toekomst. Die maatschappelijke en economische opdracht hebben we ook in onze regio. Zodat er straks genoeg vakmensen in onze regio zijn en blijven.